Prikangst of spuitangst kan een grote uitdaging vormen voor mensen met diabetes. Het kan hen belemmeren om zelf de nodige medische handelingen uit te voeren, zoals het toedienen van insuline of het meten van de bloedsuikerspiegel. Deze angsten kunnen voortkomen uit verschillende factoren, zoals een eerdere nare ervaring, angst voor pijn of zelfs simpelweg de angst voor naalden.

Voor diabetici is het essentieel om regelmatig hun bloedsuikerspiegel te controleren en indien nodig insuline toe te dienen. Maar wanneer prikangst of spuitangst in het spel komt, kan dit leiden tot vermijdingsgedrag en het negeren van de noodzakelijke zorg. Dit kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid en het welzijn van de persoon.

Het is belangrijk om te begrijpen dat prikangst en spuitangst reële psychologische uitdagingen zijn, die niet zomaar kunnen worden genegeerd. Ze vereisen begrip, geduld en een aanpak op maat om mensen te helpen deze angsten te overwinnen en zelfmanagement mogelijk te maken. Er zijn verschillende strategieën en hulpmiddelen die kunnen helpen bij het omgaan met prikangst en spuitangst bij diabetes. We vertellen er meer over in dit artikel.

Diabeet met prikangst of spuitangst

Ook diabetespatiënten kunnen een angststoornis of een fobie hebben. Bij hen kan zich dat uiten in spuitangst (angst om insuline te spuiten) en/of prikangst (angst om zelf de suikerspiegel te controleren). Bij ongeveer een procent van de insulinegebruikers komt dit voor. Prikangst en spuitangst gaan niet altijd samen. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat iemand wel insuline durft te spuiten, maar niet een vingerprik durft te zetten om de suiker te meten, bijvoorbeeld in verband met het bloed dat dan vrijkomt.

De gevolgen van prik- en/of spuitangst

Als iemand zelf niet zijn insuline kan spuiten en/of zijn suiker kan meten, moet iemand uit de omgeving deze dagelijkse zorg op zich nemen. Zo wordt de diabeet erg afhankelijk. Een ander gevolg kan zijn dat door de prik en/of spuitangst de suikerwaarde op kan lopen met alle nadelige gevolgen van dien. Het beste is zo snel mogelijk gespecialiseerde hulp in te schakelen wanneer het prikken en/of spuiten niet gaat.

Tips bij prik- en spuitangst

  • Injectie hulpmiddelen of een pomp kunnen nuttig zijn bij het toedienen van de insuline.
  • Verdovende crèmes kunnen de pijn bij het prikken aanzienlijk verminderen.
  • Gedragstherapie lijkt een veelbelovende methode om te leren hoe om te gaan met prik- en/of spuitangst.
  • Insujet
  • De InsuJet™ is een naaldloos toedieningssysteem voor insuline dat door de huid heen (transdermaal) de insuline toedient. Het werkt op basis van druk. Doordat de straal insuline nog dunner is dan een naald, is de toediening van insuline met de InsuJet™ vrijwel pijnloos.

 

Ook kinderen kunnen angst hebben voor het prikken. Aanbevelingen voor ouders met een kind met prikangst:

  • Zorg ervoor dat je goed geïnformeerd bent; het is moeilijk een kind te overtuigen wanneer je zelf twijfelt.
  • Wees duidelijk; vertel wat je gaat doen en waarom de prik nodig is.
  • Wees eerlijk over de pijn.
  • Spreek af wat je kind wel en niet mag, bijvoorbeeld: “Huilen mag, maar je mag niet je hand wegtrekken.”
  • Leid het kind af bijvoorbeeld door het een pleister te laten kiezen.
  • Wees daadkrachtig, laat het allemaal niet te lang duren.
  • Glimlach niet, je kind kan denken dat je hem uitlacht.
  • Troost het kind en geef complimentjes.