Wat is een hartinfarct?
Bij een hartaanval ofwel hartinfarct wordt de bloedtoevoer in de kransslagader helemaal afgesloten. Dit komt door vernauwingen in de kransslagaders. Een deel van de hartspier krijgt dan geen zuurstof meer en trekt niet meer samen. Een hartaanval kan leiden tot een hartstilstand en kan daardoor mogelijk dodelijk zijn. Ook wanneer er geen hartstilstand optreedt, raakt het hart door het zuurstofgebrek meestal beschadigd. Hartritmestoornissen en hartfalen kunnen het gevolg zijn van deze beschadiging.
Symptomen van een hartinfarct
De meest voorkomende klacht bij een hartaanval is een drukkend gevoel midden op de borst. Dit gevoel kan uitstralen naar de bovenarmen, hals, kaak, rug en de maagstreek. De klachten gaan vaak samen met zweten, misselijkheid of braken. Een hartinfarct hoeft niet per se pijnlijk te zijn. Veel mannen die een infarct doormaken, zeggen dat ze het gevoel hebben gehad alsof er een olifant op hun borst zat.
Behandeling
Bij een hartinfarct is het van groot belang snel te behandelen. De afsluiting van de kransslagader kan worden opgeheven door medicijnen die het bloedstolsel oplossen. Ook een bypassoperatie of dotteren zijn een mogelijkheid. Dotteren is het oprekken van het verstopte bloedvat door een ballonnetje, waarbij eventueel ook een stent (een metalen of kunststof buisje) kan worden geplaatst.
Na de acute fase moet u meestal levenslang medicijnen slikken. De standaard combinatie medicijnen die gegeven wordt na een hartinfarct bestaat uit een antistollingsmiddel, zoals aspirine, een cholesterolverlagend middel, een bètablokker om het hartritme omlaag te brengen en een ACE-remmer om de bloeddruk te verlagen. Met de medicijncombinatie wordt geprobeerd de kans op een nieuw hartinfarct zoveel mogelijk te beperken.