Winterhanden
Winterhanden ontstaan in koude en vochtige lucht, dus vooral in het najaar en winter. Door de kou vernauwen de bloedvaten zich en worden de vingers minder goed doorbloed. Dit veroorzaakt klachten als zwelling, paarse en rode vlekken, pijn, tintelingen en jeuk. Dit kan niet alleen bij handen gebeuren, maar alle uitstekende lichaamsdelen die worden blootgesteld aan kou, zoals neus, oren, voeten en tenen. Soms ontstaan er blaren, die kunnen overgaan in zweren als ze niet goed worden behandeld. Wie ooit last heeft gehad van winterhanden, loopt grote kans om het nog eens te krijgen.