Fluoride en mondverzorging zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Over het nut en de veiligheid van fluoride is echter veel discussie
Fluoride en tandheelkunde zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Fluortabletjes, tandpasta, vulmaterialen, adhesieven, fluorhoudende cementen, sealants, dental floss, tandenstokers, mondspoelmiddelen, gel voor fluoride behandelingen, overal zit fluoride in. De belangrijkste reden voor toepassing in de tandheelkunde is dat fluoride het glazuur van de tanden harder maakt. De gedachte is dat het glazuur dan ook beter bestand zou zijn tegen gaatjes. Hierover verschillen de meningen.
Een onderzoek aan de Saarland-universiteit in Duitsland liet zien dat de fluorbinding aan het glazuur door het poetsen met gefluorideerde tandpasta zich beperkt tot een dikte van slechts zes nanometer. Een nanometer is één miljoenste van een millimeter. De onderzoekers twijfelen er terecht aan of dergelijke extreem dunne laagjes fluorapatiet in staat zijn tot het voorkomen van gaatjes (cariës).
Ander onderzoek laat zien dat de afname van cariës in gefluorideerde en niet gefluorideerde landen gelijk is vanaf de zeventiger jaren. Het zou kunnen zijn dat een betere gebitsverzorging een heel wat waarschijnlijkere verklaring is voor de afname van het aantal gaatjes dan fluoride.
Volgens de vereniging voor tandartsen en mondhygiënisten Ivoren Kruis heeft fluoride diverse gunstige effecten die cariës voorkomen. De effecten worden onderscheiden in een pre- en een posteruptieve werking van fluoride, waarbij de posteruptieve werking de belangrijkste is.
Met pre-eruptieve werking wordt de werking van fluoride bedoeld vóórdat de tanden of kiezen doorbreken. Fluoride stimuleert de vorming van grotere en regelmatiger hydroxylapatietkristallen en vormt via inbouw een geringe hoeveelheid hydroxylfluorapatiet dat het glazuur beter bestand maakt tegen cariës
Na de doorbraak van de gebitselementen, dus post-eruptief, heeft fluoride volgens het Ivoren Kruis een belangrijkere werking. Het remt de ontkalking van het glazuur tijdens een zuuraanval, het bevordert de snelheid waarmee mineralen na een zuuraanval weer in de tand neerslaan en het vermindert de ernst van de zuuraanval door remming van de zuurvorming door bacteriën in de mond.
Naast een positief effect op de hardheid van het tandglazuur heeft fluoride ook een aantal bewezen en (nog) onbewezen risico’s. Volgens een EU richtlijn is per 19 januari 2009 dan ook een waarschuwingstekst verplicht op fluoride bevattende tandpasta’s voor kinderen tot en met 6 jaar. De tekst luidt: ‘Gebruik voor kinderen van zes jaar of jonger niet meer tandpasta dan de grootte van een erwt. Zorg dat ze zo weinig mogelijk tandpasta inslikken. Raadpleeg een (tand)arts als uw kind fluoride in een andere vorm gebruikt’.
Fluoride wordt tijdens het tandenpoetsen niet alleen in het glazuur van de tanden en kiezen opgenomen, maar komt via het mondslijmvlies en door het per ongeluk doorslikken ook in het bloed Het advies om fluoridetabletjes te gebruiken is inmiddels verlaten, omdat daardoor vaak lelijke verkleuringen op de tanden en kiezen ontstonden. Dit wordt fluorose of mottling genoemd.
De inname van een te grote hoeveelheid fluoride kan leiden tot klachten. Het Ivoren Kruis maakt daarbij onderscheid tussen acute toxiciteit door eenmalige overdosering en schadelijke effecten op lange termijn door chronische overdosering
Alhoewel de kans op acute en chronische overdosering bij normaal gebruik van fluoride bevattende mondverzorgingsproducten volgens de huidige wetenschappelijke inzichten zeer gering is, geven sommige mensen de voorkeur aan het gebruik van fluoridevrije producten. Meer informatie over fluoridevrije producten vindt u hier.
Een moment geduld aub...