Er wordt aangeraden om dagelijks minstens een half uur matig intensief te bewegen, minimaal vijf dagen per week. Maar hoe zit dat wanneer je astma hebt? Is dit dan ook goed voor je en waar moet je op letten?

Voordelen van sporten bij astma

Het kan zijn dat je bij inspanning benauwd wordt. Toch is lichaamsbeweging belangrijk. Juist bij astma moet je zo goed mogelijk in conditie blijven. Door regelmatig te sporten of te bewegen worden de ademhalingsspieren sterker en neemt je longinhoud toe. Bovendien train je ook de zuurstofopname van je spieren. Je voelt je beter en raakt minder snel vermoeid.

Lichaamsbeweging is erg belangrijk. Juist bij astma moet je zo goed mogelijk in conditie blijven.

Het belang van een warming up en cooling down

Als jij inspanningsastma hebt, klinkt het misschien vreemd dat sporten gezond voor je is. Sporten zorgt dan immers voor benauwdheid. Bij inspanningsastma kun je echter de conditie van je longen verbeteren door te sporten. Begin het sporten met een rustige, goede warming-up en bouw de inspanning rustig op. Eventueel kun je preventief luchtwegverwijdende medicijnen innemen. Ook tijdens het sporten kan dat medicijn de benauwdheid oplossen. Stop na de inspanning niet abrupt, maar doe ook een goede cooling down, waarbij je de inspanning langzaam afbouwt en je hartslag en ademhaling weer langzaam laat terugkeren naar normaal. Een warming up en cooling down zijn overigens niet alleen bij inspanningsastma aan te raden, maar zijn goed voor iedere sporter.

Let met astma op bij bepaalde sporten

De keuze voor een sport is heel persoonlijk. Het beste is een combinatie van wat je leuk vindt en wat je aankunt qua adembelasting. Bij sommige sporten bestaat er een grotere kans dat je in aanraking komt met prikkels die een astma-aanval kunnen uitlokken.

Voorbeelden hiervan zijn:

  • Alle buitensporten. In de seizoenen waarin bepaalde grassen of bomen bloeien kunnen er veel pollen in de lucht voorkomen. Ben je hiervoor allergisch, dan doe je er op dat moment goed aan voorzichtig te zijn met buitensporten. Via verschillende websites en app’s kunt het actuele pollennieuws ontvangen.
  • Wintersporten. De overgang van warm naar koud of andersom kan voor sommige mensen een prikkel zijn die een astma-aanval uitlokt. Bij sporten die je in een koude omgeving beoefent, zoals schaatsen en skiën, is de kans hierop groter. Probeer tijdens het sporten door je neus te blijven ademen. Hiermee bevochtigt én verwarm je de inademingslucht waardoor je longen minder geprikkeld worden. Om goed door je neus te kunnen blijven ademen, kun je neusspray gebruiken wanneer je een verstopte neus hebt. Speciale neuspleisters en neusbeugels vergroten de luchttoevoer door de neus, waardoor je makkelijker door je neus kunt ademen. Ook een goede warming up en cooling down helpen om je lichaam te laten wennen aan de omgevingstemperatuur.
  • Zwemmen. In sommige zwembaden wordt veel chloor gebruikt dat de luchtwegen sterk kan prikkelen. Ben je hiervoor gevoelig, zoek dan naar een zwembad waar geen of minder chloor wordt gebruikt.

Neem een luchtwegverwijder mee

Ondanks voorbereidende maatregelen kan het voorkomen dat je toch benauwd wordt. Dan is het prettig wanneer je een luchtwegverwijdende medicijnen bij je hebt. Luchtwegverwijders zijn er in twee varianten: poederinhalatoren en dosisaerosolen. Gebruik je een dosisaerosol, dan is het voor een goede werking belangrijk dat je ook de bijbehorende voorzetkamer bij je hebt. Eventueel kunnen luchtwegverwijdende medicijnen vóór het sporten worden ingenomen. Wanneer je topsport beoefent, dien je er rekening mee te houden dat sommige inhalatiemedicijnen bij sommige sporten op de dopinglijst staan. Voor astmamedicatie kunnen topsporters meestal dispensatie krijgen door hiervoor een aanvraag te doen via de website van de Dopingautoriteit. Ook bij de sportbond kun je meer informatie krijgen.

Vertel je sportmaten dat je astma hebt

Omstanders kunnen erg schrikken van iemand die een astma-aanval krijgt en weten vaak niet wat ze moeten doen. Vertel je omgeving daarom over je astma en informeer ze wat ze kunnen doen wanneer je een aanval krijgt. Leg uit dat ze niet in paniek moeten raken en je moeten meenemen naar een rustige omgeving. Leg ook uit dat je medicijnen bij je hebt en waar je die bewaart. Ook kun je rekenen op meer begrip van je geïnformeerde medesporters wanneer je het even wat rustiger aan doet als je benauwd wordt.