Astmamedicijnen toedienen bij je kind

Peuterastma komt veel voor. Astmamedicijnen toedienen bij een jong kind kan lastig zijn. Hoe je dit het beste aanpakt, lees je in dit artikel.

Benauwdheid (kortademigheid) bij heel jonge kinderen wordt ook wel ‘peuterastma’ genoemd. Het meest kenmerkend hierbij is de piepende ademhaling. Peuterastma komt veel voor. Een op de drie baby’s en peuters is weleens benauwd. Een op tien kleintjes is dat zelfs regelmatig. Gelukkig groeien veel kindjes over hun peuterastma heen. Toch zal ongeveer een derde van de kindjes blijven piepen wanneer ze zes jaar of ouder zijn. Zij hebben ‘echt astma’ ontwikkeld.

Peuterastma wordt op dezelfde manier behandeld als astma. Hierbij is er een belangrijke rol weggelegd voor medicijnen. Deze worden vrijwel allemaal geïnhaleerd. Door de medicijnen goed te gebruiken worden de klachten hanteerbaar of verdwijnen ze zelfs helemaal. Genezen zal peuterastma echter niet. Daarom is het belangrijk de medicijnen door te blijven gebruiken. Op termijn zal de arts wel voorstellen de behandeling af te bouwen om te kijken of je kind over het peuterastma heen is gegroeid.

Omdat vrijwel alle medicijnen voor astma geïnhaleerd worden en ze alleen werken als ze in de luchtwegen terechtkomen, is juist gebruik van de inhalator heel belangrijk. Voor kinderen van verschillende leeftijden zijn verschillende inhalatoren beschikbaar. Vanaf zes maanden tot ongeveer drie jaar wordt er een aerosol (spuitbusje) gebruikt in combinatie met een voorzetkamer met een baby- of kindermasker. Zodra kinderen in staat zijn om een voorzetkamer met mondstuk te gebruiken, gaat de voorkeur hiernaar uit omdat zo meer medicijn de lagere luchtwegen bereikt. Meestal is dit het geval bij kinderen vanaf ongeveer drie jaar. Vanaf zes jaar en ouder wordt een poederinhalator voorgeschreven. De meest gebruikte inhalator voor kinderen met peuterastma is de voorzetkamer met gezichtsmasker.

Het kan veel geduld vergen om astmamedicijnen bij een jong kind toegediend te krijgen. Kleine kinderen vinden zo’n maskertje op hun gezicht vaak eng en vervelend. Je kunt het beste oefenen op een moment dat je kind niet benauwd is. Een speelse aanpak werkt vaak goed. Maak grapjes; doe het masker bijvoorbeeld eerst voor bij jezelf. Leid je kind af met speelgoed of een boekje. Wanneer je kind niet meewerkt of gaat huilen, stop dan even en probeer het weer als het gekalmeerd is. Zorg er wel voor dat je kind tijdig de medicatie binnenkrijgt. Houd dus vol totdat het lukt. En: blijf zelf rustig!