De ziekte van Parkinson is een aandoening waarbij in de loop van de tijd steeds meer zenuwcellen afsterven. Het gaat om de cellen in het deel van de hersenen dat substantia nigra (zwarte kern) wordt genoemd (onderdeel van de middenhersenen). In deze cellen wordt 'dopamine' gemaakt. Dopamine is een boodschapperstof in de delen van de hersenen die het coördineren van bewegingen aansturen. De stof maakt het mogelijk dat het lichaam in opdracht van de hersenen goed en soepel beweegt.

De ziekte van Parkinson is een 'progressieve' ziekte. Dat wil zeggen dat de klachten klein beginnen en meestal na verloop van tijd erger worden.

Progressieve, chronische ziekte

De ziekte van Parkinson is een 'progressieve' ziekte. Dat wil zeggen dat de klachten klein beginnen en meestal na verloop van tijd erger worden. Dat gaat niet bij iedereen even snel. Ook heeft niet iedereen dezelfde klachten. De ziekte is chronisch, wat betekent dat er geen genezende behandeling mogelijk is en dat de ziekte ook niet vanzelf weer over gaat. Behandeling met medicijnen kan helpen de symptomen van de ziekte te verminderen zodat leven met de gevolgen ervan makkelijker wordt.

De ziekte van Parkinson kan zich op elke leeftijd openbaren. Toch komt het zelden voor dat mensen de ziekte ontwikkelen voor hun 30e levensjaar. Meestal gebeurt het na het 50e levensjaar. Evenveel mannen als vrouwen krijgen de ziekte van Parkinson.

In Nederland hebben ongeveer 50.000 mensen de ziekte van Parkinson. Elk jaar komen er 1.500 tot 2.000 nieuwe mensen met de diagnose bij.

Oorzaak

Waarom de ziekte van Parkinson zich bij mensen ontwikkelt, is niet precies bekend. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat erfelijkheid in enkele gevallen een rol speelt. Ook omgevingsfactoren worden genoemd als mogelijke oorzaak. Hierbij kun je denken aan factoren zoals de blootstelling aan virussen, bacteriën, giftige stoffen of zware metalen. Hersenschuddingen kunnen mogelijk ook bijdragen aan het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson. In de meeste gevallen blijft echter de oorzaak onbekend.

Symptomen

Geen twee mensen met de ziekte van Parkinson ervaren dezelfde symptomen, voor iedereen ziet het ziektebeeld en verloop er anders uit. Iedere persoon met Parkinson bekijkt samen met de neuroloog wat de ervaren symptomen zijn en de beste behandeling daarvan. Daarbij houdt de neuroloog rekening met wat voor de patiënt belangrijk is in het dagelijks functioneren.

De eerste symptomen van de ziekte van Parkinson doen zich voor als 60 tot 70 procent van de cellen in de substantia nigra is vergaan.

De meest voorkomende symptomen zijn dan:

  • stijfheid
  • beven
  • traagheid
  • balansproblemen
Naast de afbraak van cellen in de substantia nigra, raken bij de ziekte van Parkinson ook andere besturingssystemen in de hersenen beschadigd.

De volgende problemen kunnen daardoor ontstaan:

  • neuropsychiatrische problemen, zoals depressie, angst of gedragsveranderingen;
  • slaapproblemen;
  • cognitieve problemen (verstoring in denken, taal en/of waarneming) waardoor bijvoorbeeld
  • het organiseren van de dag, plannen en regelen van zaken moeilijker wordt;
  • autonome problemen (met betrekking tot onwillekeurige lichaamsprocessen) zoals problemen met plassen, met de stoelgang of erectieproblemen;
  • problemen met het functioneren van het maagdarmkanaal, zoals eten wat niet goed passeert van de maag naar de darmen of een ‘vol gevoel’;
  • sensorische problemen; pijn kan een symptoom zijn, maar ook veranderingen in smaak en reuk.

Andere symptomen die regelmatig voorkomen zijn:

  • zachtere en monotone spraak
  • schuifelend lopen met minder meebewegen van de armen
  • verminderde gelaatsuitdrukking (maskergelaat)
  • kleiner handschrift
  • moeite met balans en coördinatie
  • moeite met fijne vingerbewegingen
  • lage bloeddruk
Op Leef.nl vind je hulpmiddelen en zelfzorgmiddelen om het leven met Parkinson makkelijker te maken en bijkomende klachten te verminderen.